The story continues. Na een vrij chaotische start (zie mijn vorige blog), kregen we een tweede kans op een goede start-echo. Met nu hopelijk ook echt een start van ons IVF-traject tot gevolg. Het klinkt zo gek, maar ik heb echt zin om hormonen te gaan spuiten. Dat had ik me een jaar geleden niet kunnen bedenken. Maar toch loop ik nu gespannen het ziekenhuis in omdat ik HOOP op die verlossende woorden: ‘je mag starten’.
En gelukkig… die verlossende woorden kwamen! Provera heeft goed zijn werk gedaan. Mijn baarmoederslijmvlies is mooi dun en dat betekent dat we mogen starten! Dit keer ben ik alleen naar het ziekenhuis gegaan, omdat Rick vol zat met afspraken. We staan hier ook behoorlijk nuchter in: hij kan tijdens zo’n startecho niet veel bijdragen en hij hoeft (vinden we allebei) ook niet perse mee te kijken met al die inwendige echo’s. En toch voelt het zo dat ‘we’ mogen starten. Want ik moet natuurlijk die spuiten zetten. Maar we hebben samen deze wens, Rick ondersteunt me daar waar nodig en fijn is en leeft natuurlijk elke dag mee in hoe dit gaat. En daarnaast: heb ik Rick heel hard nodig in het klaar maken van de spuiten.
Die spuiten haal ik direct na de startecho op in de apotheek in het ziekenhuis. Indrukwekkend veel. Of ik er een tasje bij wil? Uhh… niet echt een andere optie, denk ik, als ik achter de medewerkster de stapels doosjes zie.
Met een tas vol hormonen loop ik het ziekenhuis weer uit. Breed glimlachend, want nu kan ik eindelijk iets gaan DOEN. Actie in de tent. Ik heb er zin in!
Eitjes kweken met spuit nummer 1
De eerste spuit die ik ga zetten is me al bekend: Gonal F. Dit is het FSH (follikel-stimulerend hormoon) dat er voor zorgt dat mijn eitjes gaan groeien. Het liefst wat meer. Dat zit in een spuit-pen die je zelf op de goede dosis moet draaien en vervolgens in je buik prikt. Easy-peasy. Deze heb ik ook gebruikt bij de IUI in de zomer, dus dat gaat me lukken. Deze spuit hoeft niet in de koelkast bewaard te worden, maar mag gewoon op kamertemperatuur. Dat is ook wel zo fijn, want een hele koude vloeistof doet echt zeer. De eerste ochtend realiseer ik me dat wat bij anderen ‘kamertemperatuur’ is, in ons oude, koude, niet verwarmde huis ’s nachts, niet helemaal geldt. Dus alsnog heb ik een spuit op koelkast-temperatuur. Helaas, au.
Angst voor spuit nummer 2
Het spuiten verloopt prima. Ik heb eigenlijk weinig bijwerkingen. Ik zie alleen als een berg op tegen spuit nummer 2 die er vanaf zaterdag bij komt. Vanaf spuit-dag 5 (dat is dan cyclusdag 8) spuit je namelijk ook nog een ander hormoon: cetrotide. Dat moet er voor zorgen dat de eitjes die aan het groeien zijn nog niet gaan springen. Want die willen ze natuurlijk bewaren voor de eicelpunctie. Dus om te voorkomen dat ze vroegtijdig springen, wordt dat geremd. Deze spuit moet je zelf prepareren, oftewel: ontluchten enzo. Ik word daar, vraag me niet waarom, bloednerveus van. Bang dat ik mijn waardevolle medicatie de lucht in spray. En dus is hier de belangrijke taak voor Rick: zorgen dat deze spuit goed klaar gemaakt is, zodat ik de beide spuiten achter elkaar mijn buik in kan prikken.
We zijn een goed team samen. We halen de spuiten elke ochtend op vaste tijd uit het kastje/koelkast (de cetrotide moet daar weer wel in) en leggen ze dan even 10 minuten onder het dekbed, zodat ze goed kunnen opwarmen. Dan bereid Rick de cetrotide-spuit voor en dan sta ik op om beide spuiten in mijn buik te prikken. Teamwork makes the dreamwork.
Hoe groot en hoeveel?
Op maandag, cyclusdag 11, is het dan zover: de eerste ‘follikelmeting’. Dat is het eerste moment dat er wordt gekeken wat de hormoonspuiten hebben gedaan. Doen ze hun werk? Best spannend want er zijn allerlei scenario’s: het kunnen net teveel eitjes zijn waardoor ze moeten stoppen. Het kunnen er te weinig zijn, waarbij we de dosis nog wat kunnen ophogen, of het kunnen er NET te weinig zijn, waardoor ze eigenlijk niets meer kunnen, omdat de eitjes dan van verschillende leeftijden zijn. Of het kunnen er gewoon genoeg zijn. Ontzettend spannend dus.
Aan mijn buik te voelen hoef ik voor de te-weinig opties niet bang te zijn. Ik heb flinke buikpijn inmiddels en het voelt alsof mijn eierstokken twee keer zo zwaar zijn. Zodra de IVF-arts de inwendige echo maakt en mijn eierstokken ziet op het scherm, zegt ze: ‘ik snap best dat je dit voelt. Jouw eierstokken zijn bij 1 follikel al gevoelig en er zitten er nu….’. Ze begint te tellen. Ze telt nu vooral de follikels van 12mm en groter. Er zitten er al 8! Dit is echt een allereerste hele grote mijlpaal. Want dit betekent dat de medicatie goed zijn werk doet, dat er nog geen mega overstimulatie is. Dat ziet er echt goed uit! Ze geeft ook aan dat als het in dit tempo door blijft groeien dat het snel kan gaan en dat we de punctie wellicht deze week al gaan plannen. Maar eerst woensdag terug voor nog een follikelmeting om te kijken of de groei doorzet.
It giet oan!
En dan, op woensdagochtend vroeg (ik probeer altijd zo vroeg mogelijk de afspraken in te plannen. Ik ben meestal van de zenuwen zo vroeg wakker, dat ik liever gewoon zo snel mogelijk ook naar het ziekenhuis mag vertrekken). Ik ga weer gewoon alleen, lekker praktisch en Rick kan toch niets doen. Ik vind het wel heel spannend. Zou inderdaad de punctie vrijdag al gaan plaatsvinden? JA! Er zitten op dit moment 7 follikels die al groot genoeg zijn voor een punctie. Wellicht groeien er nog een paar bij, dat is dan mooi meegenomen. Maar 7 is een hele mooie opbrengst. En toch… ergens denk ik ook: jeetje, het hadden er van mij ook 15 – 20 mogen zijn. Er was bij mij juist verhoogd risico op overstimulatie en daarom is er zo extreem voorzichtig in gezet met medicatie. Daar zijn ze in andere ziekenhuizen wat minder voorzichtig in en daardoor heb ik ook best wat verhalen gehoord van deze mega hoeveelheden follikels. Het is dan weer zo fijn om met mijn ‘eigen’ backup lijn Kimiko van Sakura Clinics even via whatsapp te sparren. Ze drukt me op het hart dat dit echt een heel mooi resultaat is omdat teveel eicellen vaak ook de kwaliteit iets benadeelt. Dus… ik ben blij: it giet oan! Vrijdag is het zover: de punctie. Ik zou er bijna zin in hebben, ondanks alle horrorverhalen.